Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En maakte hem ten [22]koning over [23]Gilead, en over de [24]Aschurieten, en over [25]Jizreel, en over Efraim, en over Benjamin, en over [26]gans Israel. 22. Niettegenstaande dat dezen Abner des Heeren wil niet onbekend was, gelijk af te nemen is uit hfdst.3 vs.9,10,18. 23. Zie van Gilead, Num.32:. 24. Hierdoor wordt bij de meesten verstaan de stam van Aser, zijnde de uiterste in het noorden van Kanaan, aan de zee. Hebreeuws, de Aschuriet. 25. De stad was gelegen tussen half Manasse en Issaschar, op de grenzen; het dal Jizreel lag in Issaschar, nagenoeg in het midden van Kanaan, waaronder de naast gelegen Zebulon, Nafthali en half Manasse mede verstaan worden; gelijk nevens Efraim, Dan, en Simeon voor een deel in Juda gelegen. 26. Uitgenomen Juda, gelijk volgt.